background image
twee rijken noch twee heren tegelijk kan dienen
(cfr. Mt. 6, 24), dat degene die in zijn Rijk Hem wilde
dienen, het ander rijk vaarwel moest zeggen.
Hij sprak over de Farizeeën en hun aanhangers en
maakte gewag van iets als van maskers of brillen die
zij droegen; Hij zei dat zij altijd de dode vorm
voorhielden en hem onderhouden wilden zien, maar
dat zij de kern, de inhoud, de liefde, de verzoening,
de barmhartigheid jammerlijk totaal uit het oog
verloren; dat Hij daarentegen het contrarie leerde,
dat de schaal zonder de kern ijdel, dood en nutteloos
is; dat eerst de inhoud er moest zijn en dan de Wet er
bij komen; dat de kern met de schaal moet groeien en
groot worden.
Hij leerde ook hoe zij bidden moesten, namelijk in de
eenzaamheid, en niet om hovaardig te pronken, en
nog vele dergelijke wenken hield Hij hun voor.
Onderweg leerde Jezus hen steeds op deze wijze, hen
aldus voorbereidend, opdat zij het beter zouden
begrijpen, wanneer Hij het daarna in de openbare
leringen herhaalde, en opdat zij het op hun beurt
aan het volk duidelijk zouden kunnen voorhouden.
Hij onderwees dikwijls dezelfde waarheden, maar met
andere woorden en in een verschillende volgorde.
Onder degenen die Hem heden vergezelden, waren het vooral:
Jakobus de Meerdere,
Judas Barsabas en Petrus die Hem vragen stelden. Judas
spreekt dikwijls zeer onbescheiden.
Andreas is reeds meer aan alles gewoon.
Tomas denkt bij zichzelf na, onderzoekt en vergelijkt.
Joannes neemt alles aan met kinderlijke eenvoud en liefde.
Fascikel 20
1598