Maar Jezus ging tussen hen door weg en ik hoorde dat de Hem
verknochte verwante vrouwen weenden en jammerden om de
luidruchtige woede van de Farizeeën, want zij hadden op hun
terugweg naar huis in de nabijheid op Hem gewacht.
Jezus ging de weg op noordoostwaarts, die over de hoogte loopt;
het is de hoogte waartegen het huis van Maria staat en die zich
verheft boven het dal (of vlakte van Gennezaret). Daar heeft Hij
eens heidenen genezen (ondermeer fasc. 16, nr. 612).
Langs die weg over de hoogte ging men van Betsaïda recht naar
Kafarnaüm, zonder door het dal te moeten.
(Men had noch de vlakte Gennezaret, noch haar verlenging, d.i.
het dal Tabiga nodig).
Er zijn daar bosjes en ook spelonken, waar Hij bad.
Ik zag Jezus later naar Maria’s huis komen, de vrouwen troosten
en onderrichten en daarna weer naar buiten gaan en de hele nacht
in gebed doorbrengen.
Fascikel 20
1609
|