Uitwerking van Jezus’ gebed.
892.
24 november. –
(Na deze tussenbemerking vervolgt K.’s verhaal:)
Jezus heeft ook ditmaal een deel van de nacht in de
eenzaamheid in het gebed doorgebracht.
Dit gebed van Hem draagt er veel toe bij
-
om de zondaren te bekeren, ook
-
om de plannen der Farizeeën te verwarren en te
verijdelen, want Hij deed alles op een menselijke
wijze, opdat wij Hem zouden kunnen navolgen.
Zo bad hij ook tot zijn hemelse Vader voor de
uitvoering, het welslagen van zijn werk.
Gewoon menselijk oordelend, zou men kunnen geloven dat zij
Hem zullen verscheuren. Hij onttrekt zich aan hen (zichzelf
menselijk behelpend) en de volgende dag, zelfs op de sabbat,
geneest Hij weer openlijk zieken tot vóór de synagoge
en treedt Hij ze binnen om er te preken.
Waarom verdreven zij de zieken niet?
Waarom verboden zij Hem het preken in de synagoge niet?
Van oudsher hadden de profeten en leraren het recht om in de
synagogen te leren, de mensen te helpen en te genezen, en zij
konden Hem alleen op grond van godslastering of dwaalleer
aanhouden, doch hierop konden zij Hem niet betrappen.
Met zijn doop bekommerden zij zich volstrekt niet, noch kwamen
zij er naartoe.
Fascikel 20
1618
|