background image
op de weg. Toen kwam Matteüs haastig uit de hut, wierp zich
voor Jezus op zijn aangezicht neer en zei dat hij zich onwaardig
achtte door Jezus te worden aangesproken. Maar Jezus zei tot
hem: “Matteüs sta op en volg Mij!” (Mt. 9, 9).
En Matteüs stond op en zei dat hij aanstonds alles met vreugd
wilde verlaten om Hem te volgen en nu ging hij met Jezus tot de
weg, waar de achtergebleven leerlingen stonden.
Dezen groetten hem en reikten hem de hand, en vooral Taddeüs,
Simon en Jakobus de Mindere waren zeer blijde, want hij was hun
halve broer. Hun vader Alfeüs had hem, vóór zijn huwelijk met
Maria van Kleofas, bij een vroegere vrouw gewonnen.
Matteüs wilde dat zij allen aanstonds bij hem te gast zouden
komen, maar Jezus antwoordde dat zij pas voor morgen
een maaltijd in zijn huis aanvaardden en zo gingen zij
nu verder. (Voor de genoemde verwantschap, zie familieboom,
fasc. 1, nr. 10).
897.
Matteüs spoedde zich nu naar huis terug; het lag een kwartier van
het Meer in een bocht van de hoogte. Het riviertje dat (uit de
buurt) van Gerasa in het Meer vloeit, loopt er dicht voorbij.
Het huis heeft uitzicht op het Meer en het landschap of veld (in
het dal). Matteüs stelde aanstonds een goede man van Petrus’
schip in zijn ambt, om dit tot nadere regeling der zaken waar te
nemen. Hij was getrouwd en had vier kinderen; hij vertelde zijn
vrouw vreugdig het geluk dat hem wedervaren was en dat hij nu
alles verlaten en Jezus volgen wilde en zijzelf verheugde zich
hierover ten zeerste; hij beval haar nu dus de maaltijd voor
morgen te bereiden en nam de uitnodigingen er toe en de
schikkingen op zich.
Matteüs was nagenoeg zo oud als Petrus en had wel de vader
kunnen zijn van zijn jongere halfbroeder (stiefbroeder) Joses
Barsabas. Hij was een zware en sterk-gebouwde man met een
zwarte baard en zwart haar. Sedert hij Jezus op de weg naar
Fascikel 20
1625