Doch nauwelijks waren zij in het midden van het Meer gekomen,
of een hevig onweer stak op453. Het bevreemdde mij dat de hemel
gans zwart was en men niettemin de sterren kon zien. Er woedde
een verschrikkelijke wind en de baren sloegen in het schip; het
zeil hadden zij neergelaten. Ik zag ook vaak een lichtflits over het
453 Een hevig onweer stak schielijk op. – Volgens de kenners van het gewest
en het Meer steken de stormen er tamelijk veelvuldig, onverwacht en in een
minimum van tijd op; dan krijgt het Meer een donkerpaarse kleur. De storm
valt er bij voorkeur op van uit de open vlakte van Gennezaret en uit de
openingen van de wadi’s of valleien die het westelijk gebergte op meerdere
plaatsen doorsnijden; ze zijn als de poorten in de bergengordel, die het Meer
omgeeft. Die stormen duren meestal niet zeer lang, maar woeden zo hevig,
dat ze de moedigste zeerobben de schrik op het lijf jagen. Geen wonder dat
ook de apostelen benauwd waren!
Fascikel 20
1634
|