background image
‘s Avonds trok Jezus met de leerlingen naar het huis van Matteüs.
Hij verhaalde nog een parabel van een schat die in
een vreemde akker verborgen ligt: wie hem vindt,
laat hem liggen en koopt de akker en tot dit doel
verlaat en offert hij alles (Mt. 13, 44). Hij paste dit toe
op de grote begeerte van de heidenen, die door hun
geweld het Rijk in hun bezit zouden krijgen.
Jezus ging wegens het gedrang nog scheep met enige
leerlingen, die Hij op het Meer onderrichtte. Hij voer
evenwel niet ver, maar kwam welhaast terug aan land en was ‘s
nachts in gebed.
Zij hadden bij Matteüs het avondmaal genomen. De leerlingen
zetten echter nog de verwanten van de bloedverliezende vrouw
over; ook voeren er Joannes-leerlingen mee over; zij kwamen
opnieuw voor de dag met het verwijt dat Jezus hun meester niet
hielp en dat de leerlingen niet vastten.
Laatste onderricht. – Terugkeer naar Betsaïda.
906.
28 november. –
In de morgen zijn de leerlingen van hun overvaart teruggekeerd
en zij brachten Jezus ook de boodschap mee dat Maria van
Kleofas in Petrus’ huis bij Kafarnaüm zeer ziek lag. In naam van
zijn Moeder baden zij Hem spoedig tot haar te komen. Ja, nog
veel andere zieken, zelfs uit Nazareth, wachtten op Hem.
Jezus onderrichtte en heelde nog zeer vele mensen op
de oever van het Meer. Ook waren weer vele
bezetenen tegenwoordig, die Hij bevrijdde. Het aantal
mensen en dienvolgens het gedrang wordt gedurig groter en het is
niet te beschrijven hoe onvermoeid Hij arbeidt, helpt en heelt.
Fascikel 20
1639