background image
zij allen bij Hem waren – hebben zij gedeeltelijk reeds hier en
daar geleerd en zelfs zieken genezen, maar het was hun bij gebrek
aan geloof niet altijd gelukt; zij waren ook in Gennabris geboeid
vóór de Farizeeën gesleept geworden.
Jezus had hun toen reeds geleerd het water voor de
doop te zegenen; Hij gaf er hun al volmacht toe, niet
door handoplegging, maar door een zegen; zo hebben
zij onlangs ook bij Betsaïda-Julias, Chorazin en Kafarnaüm het
doopwater gezegend.
Oogslag op de zieken te Kafarnaüm.
908.
Reeds sinds een paar dagen zijn een grote menigte zieken te
Kafarnaüm, zelfs uit afgelegen plaatsen, want door de opwekking
van de jongeling van Naïm en de talrijke andere grote genezingen
is alles in beweging gekomen; zelfs uit Nazareth zijn er vele
aangebracht; ja, vol vertrouwen op Jezus is men met zieken
gekomen, die sedert lang voor ongeneesbaar erkend zijn of zich in
serieus stervensgevaar bevinden.
Het voorhof, alle aangebouwde plaatsen, afdaken en bergplaatsen
van Petrus’ huis dicht bij Kafarnaüm liggen vol met zieken; zijn
vrouw en huisbedienden hebben gedurende zijn afwezigheid op
de overzijde van het Meer toebereidselen moeten maken, om hen
allen te kunnen onderbrengen; men heeft tenten en hutten van alle
aard en vorm opgericht en ook de voedselvoorziening geregeld.
De weduwe van Naïm die met Petrus verwant is, en ook Maria
van Kleofas, die door haar derde man met hem verwant is,
verblijven hier. De laatste woont anders doorgaans te Kana.
Vandaar heeft zij de weduwe van Naïm Maroni en haar zoon
Martialis meegebracht, en ook de kleine Simeon, haar eigen
achtjarig zoontje uit haar derde huwelijk; maar koortsachtig is zij
hier aangekomen en haar ziekte verergert. Toch is Jezus nog niet
Fascikel 20
1643