background image
broodvermenigvuldiging, zie zelfde kaartje). Daar in het rond
waren gedeeltelijk de kampementen van de heidenen.
De leerlingen van het vissersberoep en meer andere, waaronder
Saturninus, gingen er niet heen. Zij hadden Hem gevraagd of zij
niet best zouden meegaan, want de laatste visvangsttocht had hen
van alle zorg om voedselvoorraad bevrijd; zij voelden dat Hem
alles in handen gegeven was.
Jezus zei hun heden diegenen te dopen, die in
Kafarnaüm bleven, en de overige tijd op visvangst uit
te gaan, want in het hele gewest krioelde het van
vreemdelingen en er was dus overal een grote
voorraad voedsel nodig.
Maar eer de overvaart begon, gaf Hij hun een lang
en algemeen onderricht, nl. een samenvatting van
de langdurige rede die Hij voornemens was die dag
te houden; Hij hield hun de acht zaligheden voor (Mt.
5, 1-8) en voegde er aan toe dat Hij er lang over zou
leren en daartussen de sabbatdagen vieren (waarop Hij
andere onderwerpen zou behandelen).
Hier drukte Hij hunzelf ook nog krachtig op het hart
dat zij het zout der aarde waren, dat zij uitverkoren
en geroepen waren om de overigen op te helpen en
goed te houden, dat zij dus niet als bedorven zout
krachteloos mochten worden. Na hun dit met
voorbeelden en gelijkenissen breedvoerig uitgelegd te
hebben, voer Hij over.
De vissersleerlingen en Saturninus doopten in het dal van
Kafarnaüm (Tabiga). Ook de zoon van de weduwe van Naïm, die
sedertdien Martialis heet, werd er gedoopt; de reden van de
naamverandering heb ik geweten, maar ben die weer vergeten.
Saturninus legde hem de handen op. Ook werden nog zeer velen
van de onlangs en gisteren genezenen gedoopt.
Fascikel 20
1663