background image
bloedverliezende vrouwen heimelijk zijn kleed aanraakten en
gezond werden.
Hij besteeg hierop met enige leerlingen zijn klein schip (Mt. 9, 1;
Mk. 2, 1), en dit werd aan het schip van Petrus gehangen, want
het was dreigend, stormachtig weer. In Jezus’ scheepje was ten
hoogste plaats voor 15 à 20 man. Op het schip van Petrus waren
aan elke zijde in het midden drie of vier roeiers; het schip had van
voren en van achteren een roer, zodat men het niet behoefde om te
keren om van koers te veranderen; zij lieten het zeil neer tegen de
storm; er stak een sterke wind op met donder en regen.
Om de bergen in de dalen hangt nu dikwijls nevel, en aan de
noordzijde van de bergen ijzelt het soms al, terwijl het aan de
zonnekant nog zeer aangenaam is (cfr. fasc. 2, nr. 60, voetnoot
128 en fasc. 17, nr. 665, voetnoot 313). Ook is in het dal van de
baden bij Betulië en in die gehele streek tot bij de Tabor alles
buitengewoon prachtig, groen en aangenaam.
Bij Jezus’ aanlanding in het dal (Tabiga) vóór Kafarnaüm (Mk. 5,
21; Lk. 8; 40) was er al veel volk verzameld, dat Hem
verwelkomde. Hij begaf zich in een huis te Kafarnaüm; het lag,
wanneer men van de kant van het dal in de poort kwam,
onmiddellijk rechts459. Petrus had het voor Jezus en de leerlingen
gehuurd; het was met een grote hof omgeven, en wanneer Jezus
voornemens was daar te komen helen en leren, liet Petrus de poort
openen en dan werden de zieken in afwachting binnengelaten.
Zodra men nu te weten gekomen was dat Jezus zich met de
leerlingen in het huis bevond, verzamelden zich vele mensen om
Hem, en ook de Farizeeën en schriftgeleerden kwamen er binnen;
de gehele hof om de open zaal, waarin Jezus de leerlingen
459 Dit huis van onderricht en genezing zal meermalen worden vermeld; daar
de uitdrukkingen betreffende zijn ligging wel eens dubbelzinnig zijn, blijkt
toch uit het geheel der mededelingen dat het in de stad, binnen en bij de
poort gelegen was op een ietwat diepere plaats aan de zuidoostkant der
stad.
Fascikel 20
1676