Toen nam Hij een flesje uit de boezem van zijn kleed –
ik meen dat er balsem of olie in was – en goot
daarvan enige druppelen in een klein, ondiep, bruin
schaaltje of schelp, niet groter dan een daalder, en
Hij hield dit in de palm van zijn linkerhand en
voegde er een weinig aarde bij; dit mengde Hij
dooreen met de duim en wijsvinger van zijn
rechterhand en bestreek er de ogen van de blinden
mee en sprak: “U geschiede naar uw wil!”
Toen deden zij hun ogen open en waren ziende en vielen op hun
knieën en dankten Hem, en ook tot hen zei Jezus het
gerucht van dit wonder niet te verspreiden.
Thans zei Hij dit ook, opdat ook hier de mensen Hem
niet nalopen zouden, en vooral om niet de Farizeeën
nog meer te tergen; maar reeds had het geroep van de
blinden, toen zij Hem nog naliepen, zijn tegenwoordigheid in
deze wijk verraden, en aanstonds vertelden zij hun geluk op
geheel de weg, zodat het volk nog meer begon te naderen.
Stomme duivel uit Joas, een Farizeeër,
uitgedreven (Matteüs 9, 32-34).
928.
Jezus had nauwelijks een weinig rust gehad, of verscheidene verre
verwanten van Anna’s zijde uit het gewest van Sefforis brachten
een man tot Hem, die door een stomme duivel bezeten was.
Zij hadden zijn handen gebonden en om zijn lichaam koorden
gedaan, waaraan zij hem voorttrokken en binnensleurden.
Men had hem aldus gebonden en zo voortgetrokken, omdat hij
volop razend en afschrikwekkend was en zich ook, wanneer hij de
handen vrij had, op de schandaligste wijze ontblootte.
Het was één van de Farizeeën uit de commissie, die te Kafarnaüm
Fascikel 20
1687
|