Nog 944.
De 2e alinea was het begin van nr. 944 (fasc. 20) en is te vergelijken
met de mededelingen op het einde van nr. 800 (fasc. 18).
Na het verdriet van de geleden schade door de ondergang der
zwijnen en de omstorting der wijnkuip beschreven te hebben, zegt
K.:
“Judas Iskariot was heden hier bij dit volk buitengewoon
bedrijvig en gedienstig, want hij was hier bekend; zijn moeder
had hier een tijdlang in zijn jongensjaren met hem gewoond en de
beide bezetenen hadden hem toen gekend. Dit was kort nadat hij
uit de familie die hem opgevoed had, weggevlucht was.
Naar aanleiding hiervan heb ik vroeger, op grond van VAGE en
VERRE herinnering nog wel gemeend, dat hij het eerst hier tot
Jezus gekomen was.”
Fascikel 21
1730
|