Die woorden werden dan bij een andere, soortgelijke gelegenheid
gesproken, doch aan die eerste gelegenheid verbonden of erin
gelast.
Wanneer de tweede gelegenheid in het Evangelie niet vermeld is,
kan ik haar daaromtrent niet ondervragen en zijzelf doet weinig
moeite om zich deze gelegenheid te herinneren en het tekort aan
te vullen. Hierdoor gaat menige bijzonderheid verloren.
950.
14 december; Sabbat; Tempelwijdingsfeests vallend op 25
Kislew, maar geanticipeerd op gisteren, 24 Kislew. –
De apostelen hebben heden, (op deze sabbat), weer bij Petrus, (in
het dal Tabiga) gedoopt. Jezus bezocht met enige leerlingen (op
deze sabbatwandeling) de familie van Jaïrus, welke Hij
vermaande en troostte.
Alle familieleden zijn zeer ootmoedig en grondig veranderd; zij
hebben hun bezit in drieën gescheiden:
-
een deel bestemd voor de armen,
-
een deel voor de Gemeente en
-
een deel voor zichzelf.
Vooral de oude moeder van Jaïrus was zeer getroffen geworden
en nu bijzonder goed gesteld. De dochter kwam pas te
voorschijn, nadat zij geroepen was; zij is zeer ootmoedig en was
gesluierd; zij is nu als gegroeid, gaat recht en ziet er hersteld en
gezond uit; zij blijft niettemin een van nature klein en zwak
meisje.
Jezus ging hierna tot de heidense hoofdman
Kornelius, troostte en onderwees ook hem, zijn familie en
knechten en vergezelde hem tot de hoofdman van Kafarnaüm
Serobabel, waar Hij eveneens aan allen troost en
onderricht verschafte.
Fascikel 21
1755
|