background image
Oogslag op de H. Vrouwen.
Ik heb nu ook weer gezien wat ik onlangs vergat te zeggen, toen
Maria van haar reis naar Kana met de andere vrouwen hier
terugkeerde.
Marta had met Suzanna de herbergen in Galilea tot tegen Samaria
bezocht; zij had een soort oppertoezicht op de herbergen; de nader
wonende vrouwen droegen zorg voor de herbergen in beperkter
districten; ik zag de vrouwen in verscheidene herbergen
samenkomen: allerlei voorraad werd er op ezels heen gezonden.
Ik zag ook Maria de Sufanietin eens bij hen en dat in de stad het
gerucht nopens haar de ronde deed, dat nu ook Maria Magdalena
behoorde tot het vrouwelijk gevolg, dat voor de aanhangers van
de Profeet van Nazareth zorgde. Want Maria de Sufanietin geleek
in haar voorkomen en gestalte sprekend op Magdalena en zij was
aan deze zijde van de Jordaan maar weinig bekend.
Daarbij kwam nog dat zij dezelfde naam Maria droeg en ook op
een gastmaal bij een Farizeeër Jezus gezalfd had en tenslotte even
slecht befaamd geweest was (fasc. 17, nr. 685), en zo werd zij nu
reeds in de mening en de mond van het volk met Magdalena
verward. Doch later vond die vereenzelviging op nog ruimer
schaal ingang onder allen die de Gemeente slechts van op een
afstand kenden478.
De vrouwen zorgden voor dekens, bedden, hals- en lendendoeken,
wollen klederen, sandalen, bekers, kruiken met balsem, olie en
dergelijke voorraad, want hoe weinig Jezus ook voor zichzelf
gebruikte, toch wilde Hij dat de leerlingen anderen niet strekten
478 Verwarring tussen de Sufanietin en M. Magdalena. – Hierdoor is wellicht
de dwaaltraditie van de Grieken en oosterse Kerk te verklaren, die het graf
van Maria Magdalena aanwijzen op een heuvel te Efeze, ofschoon het men
mag zeggen vaststaat dat zij als kluizenares geleefd heeft en gestorven is in
het zuiden van Frankrijk.
Hierop komen wij later in haar levensschets terug.
Fascikel 21
1758