background image
Hij gaf hun wenken, hoe zij zich in gevallen van
tegenkanting moesten gedragen, hoe zij de
baatzuchtige aanhangers en de valse vrienden
zouden kunnen onderscheiden, die zij dan ook
moesten afwijzen.
Hij zei hun dat de een nu niet meer was dan de
ander. In steden en dorpen moesten zij bij
deugdzame mensen verblijven, zeer arm en gering
leven en trachten niemand, in zover het van hen
afhing, tot last te zijn. Meer dergelijke richtlijnen
hield Hij hun voor.
Ook zegde Hij hun op welke wijze zij zich moesten
verdelen, verspreiden en weer samenkomen; dat twee
apostelen en enige leerlingen samen moesten
uittrekken en dat andere leerlingen hen moesten
voorafgaan om de komst van die godsgezanten aan
te kondigen en de mensen naar hun preek bijeen te
roepen (cfr. Lk. 10, 1).
955.
De apostelen droegen kleine flesjes met olie bij zich en Hij
leerde hen hoe deze te wijden en bij genezingen te
gebruiken (Mk. 6, 7-13; Mt. 10, 1; Lk. 9, 1-6).
Hij gaf hun heden nog al de onderrichtingen, die bij
de uitzending in het Evangelie staan (Mt. 10, 5-15).
Toch maakte Hij hun nog geen gevaar bekend, maar
Hij zei: “Heden zult gij nog overal welkom zijn, maar
een tijd zal komen, waarin men u vervolgen zal.”
Hierop knielden zij in een kring om Hem neer, en Hij bad en
legde hun de handen op het hoofd. De leerlingen
zegende Hij slechts en nu omarmden zij mekaar en
scheidden.
Fascikel 21
1763