lammen en andere zieken van verschillende aard.
Jezus heelde ze heden met handoplegging, gebed,
gewijde olie, en met meer plechtstatigheid en
handelingen dan gewoonlijk. Ook sprak Hij hierover
met de leerlingen en leerde Hij hen deze
genezingswijzen aan te wenden en ook vermaande
Hij de zieken volgens hun verschillende aard.
De hier verblijvende Farizeeën van Jeruzalem (Mt. 15, 1; Mk. 7,
1) ergerden zich hierover; zij wilden verscheidene nog
aankomende zieken terugsturen en begonnen ruzie te maken; zij
konden namelijk zulk een schending van de sabbat volstrekt niet
dulden, en daar hun woede hoe langer hoe groter werd, wendde
Jezus zich tot hen en vroeg hun wat zij dan wilden?
Zij begonnen nu een dispuut met Hem over zijn leer, waarin
Hij telkens en telkens weer van zijn Vader en van de
Zoon sprak, ofschoon iedereen toch zijn ouders kende.
Jezus antwoordde op zijn gewone wijze: wie de wil
van de vader doet, is de zoon van de Vader, maar
wie de geboden niet onderhoudt, die heeft geen recht
hier een oordeel te vellen, maar hij mag zeer blijde
zijn, wanneer hij niet als een indringer om zijn
drieste aanmatiging het huis wordt uitgejaagd.
967.
Daar zij voort allerlei bezwaren tegen het helen (op de sabbat) in
het midden brachten en er Hem ook een verwijt van maakten dat
Hij gisteren vóór de maaltijd de reinigingsgebruiken niet in acht
had genomen, en daar zij geenszins wilden toegeven dat zij de
Wet overtraden, kwam het zover dat Jezus tot hun grote
schrik hun verborgen zonden en misdaden in letters
die zij alleen konden lezen, op de muur van het huis
schreef; ik weet echter niet waarmee, ik meen met de vinger (cfr.
Joa. 8, 6), maar het is ook mogelijk dat Hij dezelfde tekenstift in
Fascikel 21
1791
|