westwaarts. Later (waarschijnlijk na over het ravijn gegaan te
zijn) wendde Hij zich zuidwaarts.
Een weinig achter Elkeza, waarbij een schone bron is, ligt een
klein meer495, zo groot als dit bij de baden van Betulië; het is
eirond en een riviertje vloeit er uit neer zuidwaarts naar het dal dat
vóór Kirjataïm in zuidoostelijke richting naar het dal van
Kafarnaüm (vlakte van Gennezaret) afdaalt.
Het dal (dat vóór Kirjataïm loopt) is nu enger, dan breder en van
hier tot Kafarnaüm wel 7 uren lang.
495 Dit meertje of grote vijver is reeds vermeld in nr. 961 en besproken in
voetnoot 485.
Het is treffend dat K. hier een geografisch detail vermeldt en beschrijft, dat
men zelfs op grote kaarten niet vermeld vindt. Ik was er zeer blij om,
wanneer ik dit meertje op de 16-delige kaart Pal. Grid aangetekend vond, en
ook het riviertje dat er in en er weer uit vloeit en uitmondt in de rivier die
zuidwaarts onder Safed en Kirjataïm naar de vlakte van Gennezaret vloeit.
Dit meertje is op het kaartje aangetekend; dit kaartje is zeer simpel gemaakt;
de details vindt men op grote kaart 1. Voor de hier vermelde bron bij Elkeza,
zie nr. 961, voetnoot 484.
Fascikel 21
1795
|