elk der twee stadsgedeelten een synagoge. De Sadduceeën
hadden hun eigen synagoge, waarin Jezus zich niet vertoonde. De
Farizeeën waren hier zeer inschikkelijk jegens Hem.
‘s Avonds begaf Hij zich naar zijn herberg; ze lag wel een goed
kwartier van het zuidelijk einde van de stad.
974.
Het is een eigen herberg, door Lazarus voor Jezus en de leerlingen
hier ingericht. Lazarus is hier onlangs geweest; hij is met Marta
uit Judea naar Galilea ter bevoorrading eniger herbergen
meegereisd, doch niet mee naar Kafarnaüm gegaan, maar
teruggekeerd. De verzorgers van de herberg zijn verwanten van
Jezus uit het dal Zabulon; zij behoorden tot de gehuwde Essenen;
de man is een nakomeling uit de familie van die fameuze
Zakarias, die tussen de tempel en het altaar vermoord werd; de
vrouw is een kleindochter van een der zusters van Anna, maar
haar naam valt mij nu niet in; zij hebben volwassen kinderen.
Deze mensen zijn bezitters van kudden en hebben aan de
overzijde van de Jordaan weiland; het ligt in de nabijheid van
Jazer (thans Khirbet Sâr), bij het veld van Joakim, waar deze (na
in de tempel versmaad en afgewezen te zijn) vóór Maria’s
ontvangenis gebeden heeft.
Nu dat zij minder drukke bezigheden thuis hebben, zijn zij naar
hier gekomen; later zullen zij door anderen vervangen worden.
Deze herberg was, gelijk al het overige, behoorlijk, doch sober
ingericht; de spijs die zij ontvingen, was brood, honing, vruchten
en vissen; de herberg heeft een hof, een akker en een bron.
Ook in de stad bestaan, zoals te Safed, verscheidene stenen
fundamenten, waarop tenthuizen opgericht kunnen worden.
Enige zulke fundamenten vindt men ook te Kirjataïm en te
Naässon. Te Abram zijn geen heidenen, maar wel op de
berghelling in enige gehuchten, naar de voet van de berg toe.
975.
Fascikel 21
1806
|