De stad gelijkt door haar menigvuldige tuinen en dreven treffend
op Betanië, en ik heb daarom vroeger, wanneer ik Magdalena’s
bekering op zichzelf, buiten haar levensverband zag, welke
bekering hier geschied is, menigmaal gemeend dat ze te Betanië
had plaats gehad.
Hier wordt veel aan tuinbouw gedaan; het weer is hier nu
wonderschoon, en naar de Tabor toe is alles reeds in bloei. (cfr.
fasc. 2, nr. 60, voetnoot 129). Hier waren zeer vele mensen
verzameld, ook zieken en bezetenen van verscheidene uren ver in
het rond.
Op zijn weg naar hier ontmoette Jezus zijn Moeder Maria en de
H. Vrouwen, die van Damna op weg waren naar Jezus’ lering.
Ook Lazarus was hier en de zes apostelen en vele leerlingen.
Maria zei tot Jezus dat Marta bij Magdalena was geweest en deze
voornemens was mee te komen met Marta naar de lering.
Met de H. Maagd waren hier ook nog meer dan 12 vrouwen
vergaderd, onder wie:
1. Anna Kleofas,
2. Suzanna Alfeüs,
3. Suzanna van Jeruzalem,
4. Veronika,
5. Joanna Chusa,
6. Maria Joanna Markus,
Een goed bekende, thans in Israël verblijvend, wist te vertellen, dat men bij
Eilaboen niet alleen grotten vindt, maar dat daar een tunnel begint die 1,5
km lang is en bij Kh. Natif, 1,5 km ten zuidwesten van Eilaboen, uitkomt.
Voor Eilaboen pleit ook het gezegde van K. dat men van op de heuvel bij
Azanot, waar Magdalena ten tweeden male bekeerd werd, een
onbelemmerd overzicht heeft op heel het dal van de baden van Betulië.
Dit is het geval met de heuvel 2 km ten oosten van Eilaboen.
Geheel de omgeving is zeer vruchtbaar (cfr. Gal. I, 359, 361, Kaart Pal.
Grid).
Fascikel 21
1828
|