background image
11 januari. –
Ik heb het heilig lichaam nog gedurig zien liggen; voor de schijn
doet men als voorgaandelijk, om de moord nog verborgen te
houden, in het kasteel heerst nog steeds een wild gewoel.
Heden hebben zij een hoge toren opgericht, vol pek en zwavel.
Arme slaven klommen er rondom op, staken er het vuur aan en
een vreselijke vuurzuil steeg er uit op in de hoogte. Alle bergen
waren er fantastisch door verlicht en zonder twijfel heeft men het
in Jeruzalem kunnen zien. Helaas! twee slaven vonden daarbij de
dood in de vlammen!
Die spelen, klederdrachten, inrichtingen en gebruiken waren
geheel in dezelfde trant als die welke ik zag op de bruiloft van
Datula518 op het eiland Kreta, met dit verschil dat alles hier
gruwelijk is, met boze bedoelingen en zondige gevoelens gedaan
wordt, terwijl op Kreta alles rein en onschuldig was!
Ook zijn hier in Macharus alle gebouwen, speelplaatsen,
binnenhoven en zalen opvallend eng, dicht bij en boven elkander
(op ongelijk niveau), doch daar was alles ruim en uitgestrekt; het
was een aangename afwisseling van wegen en tuinen, bekoorlijke
plaatsen, terrassen, trappen, stoepen en zuilengangen.
Ik meen dat ook nog een oorlog van Herodes tegen de vader van
zijn eerste vrouw moet komen. Nog eer Herodes zijn bijzit
Herodias tot zich had genomen, en toen hij pas van de reis,
waarop hij ze had gezien, was teruggekeerd, was zijn vrouw te
weten gekomen dat haar man van plan was haar te verstoten om
de bijzit te nemen; zij verzocht Herodes dan om oorlof naar
Macherus te mogen gaan, maar zij trok integendeel naar haar
vader Aretas en bleef bij hem. De ongenade van zijn dochter
518 Als aanvulling bij de mededeling over Datula is nog te vermelden; zij was
een koningsdochter op het eiland Kreta. In de eerste eeuwen had zij zich tot
het christendom bekeerd en onze zienster had haar leven gezien en verteld.
Dit verhaal vindt men in de Franse uitgave van Schmögers groot leven van
Anna Katharina Emmerich, deel III, blz. 404, enz.
Fascikel 21
1893