background image
Zij gingen voorbij verscheidene steden en Jezus onderrichtte
Petrus en Joannes over het gebed. Ik hoorde Hem
ondermeer de gelijkenis aanhalen van een vriend
die in de nacht aan de deur van zijn vriend klopt en
hem drie broden te leen vraagt (Lk. 11, 5-13).
‘s Avonds kwamen zij in een zeer bomenrijk gewest vóór
Antipatris (zie dit nr. 1015, voetnoot 520, opmerking over
Antipatris), en daar bleven zij in een herberg.
Antipatris is een zeer schone, nieuwe stad, door Herodes
gebouwd, ter ere van zijn vader Antipater, op de plaats (of het
omringd en doorkruist met rijke beken; eeuwenlange verwaarlozing
veroorzaakten er moerassen.
Bovendien ontspringen er meerdere bronnen, waarvan twee zeer grote; een
van deze, aan de noordkant van de heuvel, draagt de naam Ras-el-Aïn.
Op deze heuvel verheft zich een oude burg Qalaät Ras el-Aïn genaamd.
Deze twee bronnen, van meetaf aan een waterrijke beek vormend, vloeien
weldra samen en vormen de bochtenrijke rivier el-Audjeh.
Deze grond in de omtrek, door zoveel water bevrucht, is best geschikt voor
woud, waarvan de bomen een grote hoogte bereiken. Bij dit alles komt nog
dat de rivier hier over een aanzienlijke lengte de naam ‘Foetros’ draagt, d.i.
de Arabische vorm voor (Anti)Patris.
Fascikel 21
1897