Nabij Bethoron gingen Petrus en Joannes vooruit. Jezus ging
alleen in de stad en de 3 Egyptische leerlingen met de zoon van
Joanna Chusa kwamen Hem tegemoet. Hij ging met hen in een
Mikmas ligt 3 uren ten oosten van Bethoron en iets minder ten noorden van
Betanië (cfr. VOORREDE nr. 10).
Op zijn weg van Ozensara naar Bethoron heeft Jezus eerst Bealot (Baälat)
een uur rechts van zijn weg, en rechts vóór zich in de verte Ajjalon.
Bealot = Baälat = Bealin.
Bealot is in I Kon. 9, 18 genoemd onder de steden, die Salomo versterkte.
Het is het huidige Bealin, een uur ten noordwesten van Neder-Bethoron, dat
hier door K.E. bedoeld is onder de enkelvoudige naam Bethoron.
Ajjalon = Jalo.
Ajjalon is het huidige Jalo, 8 km ten zuidwesten van hetzelfde Neder-
Bethoron. Ajjalon kreeg vermaardheid door deze uitroep van Josuë: “Zon!
blijf staan boven Gibeon, en jij, maan, boven de vallei van Ajjalon!” (Jos. 10,
12). Deze vallei strekt zich uit ten noorden van het stadje JALO.
Over de episode van ‘Jezus verloren en in de tempel teruggevonden’ vindt
men een bemerking in fasc. 7, nr. 198, voetnoot 420.
Mikmas & Giba 3.
Mikmas bij een bergpas of -engte. Deze loopt van noordwesten naar
zuidoosten; ze is beroemd door een heldendaad van Saüls zoon Jonatas.
De Filistijnen bewaakten de bergengte en hielden aan de overkant Mikmas
bezet. Jonatas en zijn wapendrager staken op eigen houtje het ravijn over,
bestegen de rotswand en dreven het hele Filistijnse leger dat aan een list
geloofde, op de vlucht.
De bergengte scheidt de twee steden Mikmas en Giba 3 en de woestijnen
van Giba en Efraïm.
Twee rotskoppen tegenover Mikmas droegen een bijzondere naam; de
oostelijke heette ‘Boses’, de westelijke ‘Seneh’.
Een heuvel bij Mikmas, naast de engte heet tell Myriam.
Daar Maria op haar heen- en terugreis naar, en van Jeruzalem regelmatig
Mikmas bezocht, kan men zich afvragen of niet daardoor die heuvel deze
naam gekregen heeft?
Fascikel 22
1908
|