Het huis van Zakarias ligt een kwartier vóór Joetta als een
afzonderlijk landgoed, (tamelijk) eenzaam op een heuvel (zie
kaart fasc. 4, alsook hierna).
Het huis en de landgoederen, hoofdzakelijk in wijnbergen
bestaande, zijn het erfdeel van Joannes de Doper.
De zoon van de broer van zijn vader (of Joannes’ volle kozijn),
die eveneens Zakarias heet, woont hier en bestuurt alles.
Hij is een leviet en bevriend met Lukas, die hem nog onlangs te
Jeruzalem bezocht en vele bijzonderheden over de H. Familie
uit zijn mond vernam.
Hij is jonger dan Joannes de Doper en van dezelfde leeftijd als de
apostel Joannes. In zijn jeugd, gedurende het verblijf van Joannes
in de woestijn, heeft hij tot Elisabets dood bestendig als een kind
van den huize hier ingewoond; hij behoorde tot een klas van
levieten, die enige gelijkenis met de Essenen hadden en ingewijd
waren in zekere geheimenissen, die zij van hun voorvaderen
geërfd hadden; zij verwachtten met een bijzondere godsvrucht en
ongewoon verlangen de komst van de Messias. Deze Zakarias
was een zeer verlicht, een ongetrouwd man, Jezus en zijn
gezelschap werden door hem met de voetwassing en het
welkomsvoorgerecht ontvangen, en, nadat alle aanwezigen Jezus
begroet hadden, begaf Hij zich naar de synagoge te Joetta.
Heden was het een vastendag geweest en heden avond begon de
sabbat van een plaatselijk feest te Joetta en te Hebron528, ter
gedachtenis aan de zegepraal van David op zijn opstandige zoon,
die het eerst te Hebron, zijn geboortestad, de banier van het
oproer tegen zijn vader had gestoken (II Sam. 15, 7-12).
528 Vastendag … de sabbat van een feest. Hier noemt K. opnieuw sabbat
een feest, cfr. fasc. 13, nr. 432, voetnoot 194.
Het hier genoemde feest is in de algemene joodse kalender niet vermeld,
evenmin als de vastendag, en het moet ook geen verwondering baren,
aangezien het een lokaal feest was, bijgevolg voorafgegaan door een
vasten, die eveneens lokaal was, daar hij een voorbereiding was op het
feest.
Fascikel 22
1931
|