ingenaaid. Maar daaronder las ik ook een spreuk, die niet in de
Bijbel voorkomt, maar deze, helaas! ben ik jammerlijk vergeten.
1028.
Midden op de deken was een soort van kleed voor de kraamvrouw
vastgemaakt, waarin zij de voeten, gelijk in een zak, kon
inknopen. Boven vormde dit kleed een soort van mantel, waarin
zij zich kon inhullen en het had een kap. Dit omhulsel of kleed
was eveneens van geelachtige wol met bruine bloemen; het was
nagenoeg alsof men een slaapkleed met zijn onderste helft of
ruggedeelte op een gestikt deken zou naaien.
Ik zag dat Maria de bovenrand van de deken vóór zich opgeheven
hield en de aanwezigen de opgenaaide spreuken en profetieën
voorlas en uitlegde; zij zei ook dat zij aan Elisabet voorzegd had,
dat Joannes Jezus slechts driemaal van aangezicht zou zien, en
hoe dit zo was uitgekomen: Hij heeft Hem inderdaad slechts
driemaal gezien:
- ten eerste, als kind in de woestijn, toen de H. Familie op haar
vlucht naar Egypte hem op een geringe afstand voorbijtrok;
- ten tweede, bij Jezus’ doop en
- ten derde, toen hij Hem aan de Jordaan zag voorbijgaan en
getuigenis van Hem aflegde (nrs. 176, 289, 315, 1031).
Nadat zij voorbereid waren, openbaarde Jezus hun dat
Joannes door Herodes gedood was en een grote droefheid
greep allen aan: zij besproeiden de deken met hun tranen en
vooral de apostel en evangelist Joannes zag ik zich wenend op de
vloer rollen530.
530 Zich wenend op de grond rollen was bij de doden een gebaar en uiting
van grote droefheid (D.B. Deuil; cfr. fasc. 7, nr. 173, voetnoot 367).
De bron, op Maria’s gebed in de nabijheid van Zakarias’ huis ontsprongen,
waarvan in dit nr. melding gemaakt is, ligt tussen zijn woonhuis en landhuis.
(fasc. 4 alsook hiervoor, zie kaart van Hebron en omgeving).
Fascikel 22
1934
|