Het was een hartverscheurend schouwspel die mannen daar
snikkend en weeklagend met hun aangezicht op de deken te zien
liggen, maar Jezus en Maria stonden aan de beide einden en de
Heer troostte hen ernstig, bereidde hen op nog erger
gebeurtenissen voor en gebood hun zijn dood vooralsnog
geheim te houden, daar buiten hen het nog
niemand wist, behalve dan de daders zelf.
Ik moest hedennacht geweldig lopen op mijn reis, om nog tijdig
daar te kunnen komen; ik knielde naast hen op de deken neer en
weende met hen en ik had 3 bloemenkronen mee, die ik aan de
lieve Moeder van God gaf, 2 kleinere en een grote; deze laatste
was amper half af; ik schaamde mij erover, doch Maria nam ze
goedig aan en legde ze op de deken:
- de onvoltooide grote legde zij voor Jezus in het midden,
- de tweede voor haar en
- de derde voor Joannes aan weerszijden; ik meen ook dat zij ze
achteraf met en in de deken heeft opgerold.
***
Brentano interpreteert deze symbolische handeling als volgt:
de kronen zijn zinnebeelden van pijnen en ziekten, die de zienster
nog niet alle en geheel heeft doorstaan.
In haar lijdensnachten offert zij haar smarten aan Jezus, Maria en
Joannes op, terwijl zij die zinnebeeldig tot kransen vlecht, daar in
haar visioenen bloemen en kronen de zinnebeelden van haar
smarten zijn.
Fascikel 22
1935
|