Jezus was met de leerlingen in de spelonk; verscheidene graven
werden ontdekt. Enige geraamten waren uiteen gevallen, maar dit
van Abraham lag nog in goede orde en schikking op zijn
rustplaats. Een dikke, bruine bedekking werd er afgerold; ze was
gevlochten als met vingerdikke koorden van kamelenhaar.
Jezus sprak vóór de spelonk van Abraham over de
Belofte en de vervulling ervan; Hij genas ook
meerdere zieke landbouwers; een deel van hen waren
lam, andere hadden de tering of de waterzucht.
Razende bezetenen zag ik niet, doch wel krankzinnigen en
maanzieken.
Het land is hier zeer vruchtbaar; de graanoogst staat
wonderschoon en is reeds geel; het brood er van is voortreffelijk;
hier heeft bijna iedereen zijn wijnberg. De bergen zijn van boven
vlak en begroeid met koorn; om de bergen (op hun hellingen) zijn
wijn-aanplantingen en in hun gronden wonderlijke spelonken.
Toen Jezus met de leerlingen in de spelonk Makpela ging, legden
zij hun sandalen buiten de deur af en gingen er barvoets binnen;
zij schaarden zich eerbiedig rond Abrahams graf en alleen
Jezus nam er het woord532.
532 Hier willen wij twee nota’s plaatsen, vooreerst over:
a) Zij legden hun sandalen af.
-
In nr. 150 hebben wij ook de H. Driekoningen dit te Bethlehem zien doen
alvorens Jezus’ geboortegrot binnen te treden.
-
Straks zal door K. gezegd worden dat David blootsvoets vóór de Ark
ging.
-
Mozes kreeg bevel zich te ontschoeien op de heilige plaats van de
brandende braamstruik.
-
Hetzelfde gebruik onderhielden de priesters en priesteressen bij de
Grieken en Romeinen.
-
In Indië treedt geen bramaan zijn pagode binnen, tenzij ontschoeid uit
eerbied voor de heilige plaats.
-
Barvoets betraden ook de H. Driekoningen in hun land hun tempel.
Fascikel 22
1938
|