background image
Een tafereel uit de jeugd van Joannes.
1031.
Bij de voormelde deken had Jezus de aanwezigen
getroost en Hij had hun ondermeer verteld welk een
hevige begeerte Joannes had gehad om Hem te zien,
en hoe hij zich toch bedwongen en geen andere
begeerte ingevolgd had dan de hartstocht om zijn
zending te volbrengen, namelijk, voorloper en
wegenbereider te zijn, geen medewerker en
medereiziger.
Als kleine knaap had hij Jezus gezien.
Wanneer Jozef en Maria met Jezus door de woestijn
naar Egypte vluchtten, bevond zich de kleine
Joannes in de woestijn een paar uren (ten zuiden)
van Hebron. Hun weg bracht hen op de afstand
van een boogscheut voorbij Joannes, die hogerop
aan een beek uit de struiken opgetogen te
voorschijn was gekomen; hij droeg een staafje,
waaraan een wimpel van bast was vastgemaakt.
Uitgelaten van vreugd huppelde hij langs de beek,
sprong op, wuifde en wenkte tot zij voorbij waren.
De ouders hadden de kleine Jezus nog omhoog
geheven en gezegd: “Kijk eens daar! Joannes in de
woestijn!”
De H. Geest had het knaapje naar die plaats
gedreven, om het zijn Meester te laten groeten,
zoals het Hem reeds in de schoot van zijn moeder
had gegroet.
Terwijl Jezus dit vertelde, weenden de leerlingen; zij konden
zich nauwelijks realiseren dat hij nu dood was, en ikzelf zag
opnieuw dit onbeschrijfelijk zielroerend tafereel. De kleine
Joannes was naakt behalve dat hij een vacht droeg, die dwars van
Fascikel 22
1948