background image
Nadere bijzonderheden over de Bethesda-vijver, waarbij bovenstaande
schets kan nagezien worden:
-
De stadsvallei is bij haar einde, waar hij lag, op zijn breedst.
-
De heuvels, nl. westelijk Sion en Ofel zijn daar 70 à 80 m van mekaar
verwijderd; ze lieten dus niet alleen ruimte voor een grote vijver, maar
ook voor open plaatsen en aanzienlijke bijgebouwen er omheen.
-
Het vijverterrein kon een lengte hebben van 100 m.
-
De vijver had een breedte van 35 m en zo bleven er nog ruim 40 m in de
breedte over voor al het overige. Wat op de schets hiernaast gearceerd
of gestreept is, stelt belangrijke muren voor.
-
Aan het zuideinde van de vijver die nu gevuld en door een moestuin
vervangen is, verheft de oude spermuur zich nog 3,50 m boven de
grond, terwijl hij er 10 m diep in afdaalt.
Deze muur kan, op grond van de kenmerken zijner oudheid, evenals de
vijver zelf, gerust aan koning Salomo toegekend worden.
Deze heeft trouwens ook de westelijke heuvel bij zijn aanvankelijk zo
kleine stad Ofel ingelijfd en hem omringd met de muur, die hier onder de
vijver voorbijliep.
-
De stuwdam hield het water van de vijver tegen bij zijn uitmonding in de
lagere vallei; hij had geen andere bestemming; het was een muur op
zichzelf.
Fascikel 22
1991