background image
22. Want de koning had een Tarsisvloot in zee met de vloot van Chiram; en eens in de drie jaar
kwam de Tarsisvloot binnen, beladen met goud en zilver, ivoor, apen en pauwen.
23. Koning Salomo overtrof alle koningen der aarde in rijkdom en wijsheid.
24. De gehele aarde verlangde Salomo te zien om de wijsheid te horen, die God in zijn hart
gelegd had.
25. Ieder van hen bracht zijn geschenk: zilveren en gouden voorwerpen, klederen, wapenen,
specerijen, paarden en muildieren, jaar op jaar.
26. Voorts bracht Salomo wagens en ruiters bijeen, zodat hij veertienhonderd wagens had en
twaalfduizend ruiters, en hij legde ze in de wagensteden en bij de koning te Jeruzalem.
27. En de koning maakte het zilver in Jeruzalem overvloedig als stenen, en de ceders als
moerbeivijgen die in menigte in de Laagte groeien.
28. De levering van de paarden die voor Salomo bestemd waren, geschiedde uit Misraïm en uit
Kewe; de handelaars van de koning haalden ze tegen marktprijs uit Kewe.
29. Een wagen uit Misraïm stelden zij echter bij levering op zeshonderd, en een paard op
honderd vijftig eenheden zilver; evenzo voerde men ze door hun bemiddeling uit naar alle
koningen der Hethieten en naar de koningen van Aram.
Uit: NBG-vertaling 1951
***
Ook werd nogmaals iets van het gezang gezongen, waarin sprake
is van het feest; dit lied draagt tot opschrift: “‘s Morgens vroeg of
op de vooravond te zingen”568.
1059.
Jezus leerde (openlijk) tot eenieders verbazing.
Niemand waagde het Hem tegen te spreken. Nochtans naderden
568 In de eerste Duitse uitgave van het werk stond hier de volgende nota, die
echter in de uitgave van 1897 weggelaten werd, maar verdiende behouden
te blijven:
“Dit psalmopschrift verwonderde ten zeerste Brentano.
In zijn dagboek heeft hij deze mededeling van de zienster rood onderstreept
en er een groot vraagteken naast geplaatst.
Zo kwam hem ook het feest Ennorum zeer vreemd voor en aan zijn
verwondering gaf hij uiting door het plaatsen van vraagtekens naast de
mededeling.
Zo kan men vele plaatsen aanwijzen, die een verrassing voor hem geweest
zijn, maar niets heeft hem kunnen beletten alles met volstrekte trouw weer te
geven, zoals hij het uit K.’s mond had gehoord;
ze zijn een treffend bewijs dat hij niet in staat geweest zou zijn er iets van
het zijne aan toe te voegen of zelfs maar enige invloed op haar of op haar
visioenen uit te oefenen.”
Fascikel 22
2016