De blik dringt zuidelijker ook in Perea, en kan over de spiegel van
de Dode Zee tot ver ten zuiden van Macherus zien.
(Heel zeker is dit bij helder weer het geval vanaf de heuvel Aboe
Soes, ten oosten van Tirza).
De Jordaan is op vele plaatsen te zien, want in zijn bochten ziet
men hier en daar de lange, glinsterende strepen van zijn water
blinken tussen zijn met groen begroeide oevers. Ten westen van
Tirza verheffen zich hoge bergen, die het van Dotan scheiden (nl.
het Gilboa-gebergte, gemiddeld 700 m boven Tirza, terwijl
sommige toppen meer zuidelijk, b.v. Ras Ibziq nog ruim 200 m
hoger zijn. Zeker hoog en indrukwekkend, gezien van uit Tirza).
Abel-Mehola ligt 2 uren ten noordwesten van Tirza in een engte.
(Elders wijst K. het aan op een berg; zij zegt meerdere dingen
over Abel-Mehola, die moeilijk met mekaar te verzoenen zijn.
We kunnen alleen de benaderende ligging, niet de juiste
aanduiden. Zie fasc. 12, nr. 366, voetnoot 133 en fasc. 16, nr.
655, voetnoot 305. De gegevens ‘in een engte’, ‘op een gebergte’
kunnen goed samengaan.)
Fascikel 22
2028
|