met zijn arbeidersdorp verbindt, zie fasc. 9, nr. 202, voetnoot 3);
Serobabels woning lag aan het noordeinde van dit ravijn).
Zodra zij elkander op een aangeduide plaats ontmoet hadden,
sprak Hij nog tot hen over de ergernis van deze avond
en vroeg de twaalf of ook zij Hem wilden verlaten.
Maar in aller naam sprak Petrus: “Heer, tot wie zouden wij gaan?
GIJ hebt de woorden van het eeuwig leven, en wij hebben geloofd
en ingezien dat Gij de Christus, de Zoon van de levende God
zijt!”
Hierop antwoordde Jezus hem onder meer: “Ik heb u
twaalven uitgekozen, en toch is één onder u een
duivel!” Hierna gingen zij naar het huis van Petrus bij het Meer
en namen er een maaltijd. Jezus was ook nog bij Maria.
Maria ontvangt verlichtingen.
1100.
Maar ik had ook nog een visioen, dat ik niet meer volledig kan
weergeven.
De Moeder van Jezus was met andere vrouwen ook bij de laatste
onderrichtingen van Jezus op de hoogte (leerheuvel) en in de
synagoge tegenwoordig geweest. Hoewel zij van alle
geheimenissen, die Jezus bij deze gelegenheid uitsprak, reeds zeer
vroeg een ingestorte kennis had gehad, toch was zij zich deze
nooit zo duidelijk bewust geweest als nu.
Want gelijk de 2e persoon van de Godheid het vlees in haar
had aangenomen, een mens en haar kind was geworden, zo
was in haar ook geheel deze dieper (bovenaardse) kennis in
een ootmoedige, eerbiedvolle moederliefde tot Jezus
verborgen gebleven.
Maar nadat Jezus heden het geheim van zijn
oorsprong, van zijn menswording en verblijf op aarde
Fascikel 23
2100
|