De vrouw bad Jezus zeer dringend ook aan de arme mensen te
Sarepta en van nog andere steden in de omstreken een bezoek te
willen brengen; zij was zeer intelligent en wist zeer geestrijk en
welsprekend haar gedachten uit te drukken en naar voren te
brengen. Zij sprak bijna op deze wijze: “De stad Sarepta, wier
arme weduwe haar laatste spijs met Elias gedeeld heeft, is zelf een
arme weduwe geworden en verkeert in hongersnood. Gij, o
grootste aller profeten, heb ook medelijden met haar. Vergeef mij
dat ik, die zelf een arme weduwe geweest ben, doch aan wie Gij
alles teruggegeven hebt, U ook voor Sarepta ten beste spreek.”
Jezus beloofde het haar.
Zij zei Hem ook dat zij gaarne een synagoge zou laten bouwen en
wenste dat Hij zou aanwijzen waar. Ik weet zijn antwoord niet
meer.
Die vrouw had grote weverijen en ververijen. Ik zag in het stadje
aan de zee (de havenstad), waarvan ik meende dat het haar
toebehoorde, en ook op enige afstand van haar huis, grote
gebouwen, en er bovenop grote stellages, waar veel vaal en geel
lijnwaad uitgespannen was.
Onder de geschenken, welke zij gisteren voor Jezus had laten
aanbrengen, waren ook vele kleine schaaltjes, kleine bolletjes en
voorwerpen van barnsteen, dat daar zeer kostbaar is.
Jezus leert in de synagoge.
Jezus leerde vóór de sabbat nog enige groepen van
heidenen in het voorhof van de vrouw, en hield dan
de sabbat(-oefening op vrijdagavond) in de school
van de Joden, die zeer mooi versierd was. Hij deed
een onbeschrijfelijk zielroerende en troostelijke
lering, en die goede mensen weenden en voelden zich waarlijk
gelukkig en getroost. Zij waren uit de stam Aser.
Fascikel 23
2150
|