1136.
6 maart. –
De meeste inwoners, zowel heidenen als Joden, zijn hier reeds
gedoopt en de meeste zieken werden reeds op de berg der acht
zaligheden (der 1e broodvermenigvuldiging) genezen.
Jezus heeft hier de gehele dag bezoeken afgelegd,
onderricht en troost verspreid en de mensen in het
geloof versterkt.
Brentano plaatst hier de nota dat de schaarste der mededelingen in
deze dagen het gevolg is van K.’s ziekte en uiterste afgematheid.
Merk inderdaad op dat wij in de grote vasten zijn, waarin K. altijd veel
en groot lijden doorworstelen moest.
7 maart. –
Jezus deed heden zoals gisteren, doch uit het gehele
gewest kwamen vele mensen naar hier ten sabbat en tenslotte
vermeerderde nog een karavaan uit Arabië die grote toevloed.
Deze enorme menigte bracht zeer vele lammen, stommen en
andere zieken aan en veroorzaakte Jezus door haar groot getal,
gedrang, ongeduld en onstuimigheid zoveel hinder, dat Hij na de
synagoge uit de stad op een berg in de woestijn vluchtte.
Een deel van de leerlingen trok met Hem mee, een ander deel
bleef in de stad en poogde, zo goed als het ging, de orde te
handhaven en het volk te bedaren.
8 maart; Sabbat. –
Heden heeft Jezus op een berg bij Regaba geleerd; het
volk was Hem achterna getrokken.
Hij leerde over het gebed des Heren en over de
ootmoedigheid in het bidden, over het bidden in het
Fascikel 23
2173
|