bron door het gebergte naar de beken vloeit, die van het meer
Fiala (of uit dat gewest) komen (VOORREDE, nr. 11). Ook zag
ik vóór de stad bogen waaronder het water als in kelders, en ik
zag ook gewelven, waarop het als over bruggen vloeit.
Onlangs passeerde Jezus in de nabijheid van de stad (wanneer Hij
nl. van Gessur naar het meer Fiala ging, nr. 1130), maar Hij heeft
ze niet bezocht, omdat, zo veronderstel ik, de tetrarch Filippus er
was. Nu is deze op reis. Nu zijn ook de andere apostelen op weg
naar hier.
1140.
Jezus werd hier goed ontvangen; men verwachtte Hem, want de
karavaan had zijn bezoek aangekondigd. Vóór de stad bij de
vijver werd Hij ontvangen door goede mensen, namelijk door
verwanten van de vrouw die van bloedvloeiing genezen was, en
door nog anderen, die Hem met de voetwassing en een voormaal
ter verkwikking vereerden.
Hij nam zijn intrek niet ver van de synagoge in een
Farizeeënherberg (die normaal bij een synagoge behoorde).
Fascikel 23
2178
|