hele tijd, in kleine groepen die elkander aflosten, tot hiertoe
gevolgd om Hem te bespieden. Het waren dezelfde die te
Cesarea-Filippi, te Noba, Regaba en Chorazin tegen Jezus
geredetwist hadden. Mondeling of door boden maakten zij alles
aan de Farizeeën te Kafarnaüm en te Jeruzalem bekend.
Jezus zei vaarwel aan het volk en allen weenden, dankten
en prezen Hem met luide stem. Hij kon zich slechts met moeite
aan hen onttrekken en ging met de leerlingen naar het Meer, om
naar de grenzen (hier is dit: tot in de wateren) van Magdala en
Dalmanoeta te varen (Mt. 15, 39).
De Farizeeën vragen een teken van de hemel
(Mt. 16, 1-12; Mk. 8, 11-21).
1157.
Maar eer Hij boven (ten noorden van) de tolplaats van Matteüs in
het schip steeg, kwamen de voormelde Farizeeën, een goed half
uur van het Meer, nl. aan de voet van de berg der eerste
broodvermenigvuldiging tot Hem.
Daar zij gehoord hadden dat Hij boven op de berg dreigend
aanstaande aardbevingen en tekenen in de natuur aangekondigd
had, traden zij gestoord en hooghartig Hem in de weg om met
Hem te twisten en wilden van Hem een teken aan de hemel te zien
krijgen.
Hij antwoordde hun gelijk het in het Evangelie staat
(Mt. 16, 1-4).
Daar staat er nl. “‘s Avonds zegt gij: Mooi weer,
want de hemel ziet rood; en ‘s morgens: Vandaag
lelijk weer, want de hemel is somber.
Het uitzicht van de hemel weet gij te beoordelen,
maar de tekenen der tijden niet.
Een boos en overspelig geslacht vraagt een teken en
Fascikel 23
2210
|