background image
Deze eisen moesten nu doorgevoerd worden, maar de Joden
hadden er een opstand tegen beraamd.
Een groot getal Galileeërs, met aan hun hoofd een zekere Judas
van Gaulon, moesten zich daartegen verzetten. Deze Judas had
vele aanhangers en hij hitste het volk geweldig tegen de vreemde
overheersing en de Romeinse cijns op. Lazarus raadde Jezus dus
aan weg te blijven van het feest, omdat er waarschijnlijk grote
onlusten zouden ontstaan.
Maar Jezus antwoordde aan Lazarus dat zijn tijd
nog niet gekomen was en dat Hem vooralsnog niets
zou overkomen, dat dit oproer slechts een voorspel en
de voorafbeelding zou zijn van een veel erger oproer
dat over een jaar zou losbarsten, wanneer zijn tijd
zou aangebroken zijn en het uur gekomen, waarop
de Zoon des Mensen in de handen van zondaars
overgeleverd zou worden.
Deze morgen zond Jezus de apostelen en leerlingen in gescheiden
groepen op verschillende wegen en hield bij zich alleen Simon en
Taddeüs, Natanael Chased en Judas Barsabas.
De andere moesten gedeeltelijk stroomafwaarts langs de Jordaan,
gedeeltelijk ten westen van de Gerizzim door Efraïm naar het
paasfeest optrekken en op hun weg nog enige steden bezoeken,
waar zij nog niet geweest waren. Hij verbood hun naar de
steden van de Samaritanen te gaan en gaf hun nog
verscheidene andere richtlijnen voor hun gedrag (cfr.
Mt. 10, 5-6). Ook Lazarus reisde tegelijk met de leerlingen af.
Later zag ik Jezus bij herders ten oosten van de Tabor, en, na een
lange, moeizame tocht op Lazarus’ kasteel bij Ginnim aankomen
en daar overnachten.
26 maart = 8 Nisan. –
Jezus is woensdagavond te Lebona, niet op de burg, maar in de
stad aangekomen. Hier verwachtten Hem vele vrienden, onder
Fascikel 23
2229