Jezus op de olijfberg. – Paaslammerenslachting.
1176.
1 april = 14 Nisan. –
Heden op 14 Nisan werd ‘s morgens bij Lazarus door de
dienstmeiden en enige dienstvrouwen van Marta het ongedesemde
paasbrood bereid en gebakken. (Het bakken van brood elke
morgen, zoals ook het graan malen en het halen van water enz.
zijn doorgaans het werk van de vrouwen.) Marta en Magdalena
zag ik er niet bij.
De genezene van de vijver Bethesda liep gisteren en heden ook
naar Betanië of waar Jezus ook verscheen, en vertelde overal
tegen de Farizeeën, dat het deze Jezus was, die hem genezen had,
en de Farizeeën besloten er toe Jezus, indien het mogelijk was,
gevangen te nemen en uit de weg te ruimen.
Jezus zag ik heden meermalen op de Olijfberg, waar Hij met de
leerlingen en andere vrienden heen gewandeld is. Maria,
Magdalena en andere vrouwen volgden Hem op enige afstand.
Ik zag de leerlingen bij rijpe koornvelden aren aftrekken en eten,
zoals hier en daar ook vruchten en bessen. Ik vroeg me nog af
wanneer dan eigenlijk het plukken van koornaren, dat in het
Evangelie vermeld is, zich zou voordoen?
(Lk. 6, 1‐5; het zal voorvallen op 5 april, slechts 5 dagen later – zie
fasc. 24, nr. 1186).
Jezus onderrichtte hen ondermeer nogmaals zeer
uitvoerig over het gebed, vermaande hen tegen de
schijnheiligheid in het gebed, en herhaalde veel van
wat Hij reeds vroeger gezegd had. Opvallend was het
wat Hij hier zei, dat zij onophoudelijk vóór het
aangezicht van zijn en hun hemelse Vader in het
gebed moesten wandelen (Lk. 18, 1).
De paaslammeren werden heden niet zo vroeg in de tempel
geslacht als in het jaar van Christus’ kruisiging, toen het slachten
Fascikel 23
2247
|