Maar in zijn leer over het offer had Jezus het streng
tegen hen gemunt. Hij herhaalde dat de Zoon des
Mensen zelf een offer was en dat ZIJ het offer
schonden en ontheiligden door hun gierigheid en
door hun belasteren van de evenmens. Zijn
redenering was onweerlegbaar: “God verlangt geen
brandoffers, maar boetvaardige harten. Uw offers
zullen een einde nemen.
Wat de sabbat betreft, de rustdag zal blijven bestaan,
doch dit voor het welzijn van de mensen, als een hulp
en genademiddel tot hun zaligheid, maar de
mensen bestaan niet om de sabbat.” (cfr. Mt. 12, 1-8;
Mk. 2, 23-28).
Parabel van de rijke vrek en de arme Lazarus. –
Een echte geschiedenis (Lukas 16, 14-31).
1182.
Zij ondervroegen Hem ook aangaande zijn parabel van de
arme Lazarus, die Hij onlangs verteld had; en, om Hem en
zijn leer belachelijk te maken, vroegen zij Hem van waar Hij die
geschiedenis zo nauwkeurig tot in de minste bijzonderheden
kende, hoe Hij wist wat Lazarus en Abraham en de rijkaard
gezegd hadden, of Hij dan met hen in Abrahams schoot en zelfs in
de hel geweest was? En hoe Hij zich niet schaamde het volk
zulke verzinsels op de mouw te spelden?
Jezus herhaalde en verklaarde nogmaals deze
parabel en verweet hun streng hun gierigheid, hun
hardvochtigheid jegens de armen, hun formalisme
en zelfgenoegzaam rigoristisch onderhouden van
ijdele gebruiken en vormen, terwijl zij liefdeloos en
Fascikel 23
2254
|