Dit geschiedde het jaar daarop bij de opwekking van Lazarus en
nog even later in deze zelfde tempel bij Jezus’ dood.
Maar ook ZIJ zouden opstaan en HIJ zou hen
oordelen. Alles trouwens wat Hij doet, doet zijn Vader
in Hem, ook de doden opwekken.
Ook van Joannes en zijn getuigenis maakte Jezus
hier gewag, maar verklaarde dat Hij het niet nodig
had, daar Hij over een groter getuigenis beschikte,
namelijk zijn werken en ook zijn Vader, die voor zijn
zending getuigden; zij echter kenden God slecht; zij
wilden door de H. Schrift zalig worden, ofschoon zij
de geboden niet onderhielden.
Niet HIJ zou hen aanklagen, maar Mozes zou dit
doen, Mozes, aan wie zij niet geloofden, daar deze
van Hem gesproken had (en zij Hem toch niet
erkenden).
Een stem uit de hemel.
1183.
Zo leerde Jezus nog lang, doch telkens weer onderbroken.
De verbittering van de Farizeeën steeg ten laatste zo hoog, dat zij
als razenden Hem insloten en boden om hulp naar de wacht
stuurden, om zich uiteindelijk van Hem meester te maken.
Nu echter ontstond een zwart onweer, en Jezus schouwde
naar omhoog, terwijl de razende woede tegen Hem
steeds groter werd; Hij zei: “Vader, getuig voor uw
Zoon!”.
Toen kwam een donkere wolk voor de hemel; een donderslag
barstte los en ik hoorde een machtige stem door de zaal
weergalmen: “Dit is mijn lieve Zoon, in wie Ik mijn
welbehagen heb!”
Fascikel 23
2259
|