(Nazien: óf kaart fasc. 2, nr. 62, óf grote kaart 3, Jeruzalem: Jezus
daalt uit de tempel in de vallei af, gaat noordwestwaarts door de
vallei en bereikt de Hoekpoort (Damascuspoort) en komt 9 km
verder te Rama, stadje dat zijn oude naam behouden heeft en nu
er-Ram heet).
De leerlingen hebben deze stem niet gehoord, doch alleen de
donder, want hun uur was nog niet gekomen; maar wel hadden
zeer velen onder de toornigste Farizeeën die gehoord.
Nadat het weer nu weer opgeklaard was, spraken zij daar niet
over; zij ijlden Jezus na en stuurden nog handlangers vooruit om
Hem te arresteren. Maar Hij was niet meer te vinden; zij ergerden
zich niet weinig, omdat zij eens te meer zo verrast geweest waren
en Hem niet hadden kunnen vastgrijpen.
Grondwaarheden uit Jezus’ leer
(Mt. 16, 24-28; Mk. 8, 34-38; Lk. 9, 23-27).
Jezus heeft in de orderrichtingen van de voorgaande
dagen, die Hij in de tempel en ook te Betanië voor de
leerlingen en het verzamelde volk heeft gehouden,
dikwijls over de navolging en het dragen van het
kruis achter Hem, gesproken en gezegd: “Wie zijn
leven wil redden, zal het verliezen, maar wie het om
mijnentwil verliest, zal het winnen.
Als iemand de hele wereld wint en het verlies van zijn
ziel ondergaat, wat baat het hem?
Wie zich voor dit zondig overspelig geslacht over Mij
schaamt, over die zal zich ook schamen de Zoon des
Mensen, wanneer Hij in de heerlijkheid van zijn
Vader terug zal komen, om aan iedereen loon naar
werken, beloning of straf te geven.”
Fascikel 23
2261
|