Openbaar Leven van Jezus
Hoofdstuk XVI –
Reis naar Judea heen en terug
(van 28 maart tot 9 april 1823)
(vervolg).
Jezus te Rama en te Taänat-Siloh.
1184.
Jezus ging met de leerlingen 3 uren noordwaarts. In het
voorbijgaan liet Hij Betsoer (Betsoer 1), waar Hij, nog niet lang
geleden, was en onderwees, een half uur links liggen (2 uren ten
noordwesten van Jeruzalem en een flink uur ten westen van Jezus’
weg). Ook is Hij (op een afstand) voorbij Anatot gedaan
(4 km ten oosten van zijn weg en ten noordoosten van Jeruzalem).
Een uur verder herbergde en overnachtte Hij te Rama (stad die
nog er-Ram heet, 8 km ten noorden van Jeruzalem).
Mikmas, waar Maria haar twaalfjarige Jezus miste, ligt nog
verder, rechts (nl. een uur ten noordoosten van er-Ram).
3 april = 16 Nisan. –
Jezus ging heden van Rama naar Taänat-Siloh, de landbouwstad
bij Sikar. Al vroeger had men Hem hier goed ontvangen, maar
heden ontving men Hem nog guller, zoals nu in het algemeen
overal waar Hij komt, daar alle Farizeeën en ook alle volwassen
gezonde mannen en jongelingen te Jeruzalem voor het feest zijn.
Zij die thuis gebleven zijn, zijn meestendeels oude en ziekelijke
mensen, vrouwen en kleine kinderen en de oude herders bij de
kudden.
Reeds gisteren te Rama zag ik de mensen zich in processies naar
de rijpe koornvelden begeven en bussels graan afsnijden en die op
Fascikel 24
2263
|