Leer over menswording en verlossing.
1207.
Jezus hield heden voor de apostelen ook een zeer
diepzinnige en wonderbare toespraak638, die ik volledig
gehoord heb en waarin Hij duidelijk uitsprak dat Hij
niet van een man voortkwam, maar uit de H. Geest.
En hierbij maakte Hij met grote verering gewag van
zijn moeder. Hij noemde haar het reinste, heiligste,
het boven alle andere vrouwen uitverkoren vat,
waarnaar de harten van alle vromen, de tongen van
alle profeten eeuwen lang gezucht en voor wier komst
zij vurig gebeden hadden.
Hij legde hun het getuigenis uit, dat zijn hemelse
Vader van Hem bij zijn doop gegeven had, maar
vermeldde het getuigenis op de Tabor niet.
Hij sprak van de gelukkige en heilige tijd sedert zijn
komst op de wereld, waardoor de band, de
verwantschap der mensen met God door Hem weer
hersteld was.
In dit verband sprak Hij op een zeer diepzinnige
wijze over de val van de mensen en hun afscheiding
van de hemelse Vader, beschreef de macht van de
boze geesten en van satan over hen, en hoe door zijn
geboorte uit de reine, lang verwachte Maagd, het Rijk
en de kracht van God onder de mensen als een
638 Deze paragraaf doet werkelijk verrassend aan. Men vindt er de
grondgedachten in terug, die van groot belang zijn in de christelijke
dogmatiek.
De woorden van Jezus over zijn Moeder kan men in verband brengen met
zijn uitspraken over haar in fasc. 16, nr. 646, waarin de aandacht gevestigd
wordt op de noodzakelijkheid van de godsvrucht tot de Moeder van
Jezus.
Fascikel 24
2321
|