levende werkelijkheid was teruggekeerd, hoe het hun
leven weer vervulde en heiligde en hoe zij door Hem
en in Hem allen weer tot kinderen Gods waren
gemaakt en in de goddelijke familie opgenomen.
Hij zei dat de natuurlijke en bovennatuurlijke band,
de brug tussen God en de mens door Hem hersteld
was. Wie over de brug tot God wilde, moest met Hem
en in Hem er over. Wie met God verenigd wilde zijn,
moest het zijn door Hem en in Hem. Hij moest aan
het aardse en zinnelijke vaarwel zeggen en ze aan
deze wereld overlaten.
Verder zei Hij dat de macht, het recht, de
heerschappij van de boze geesten over de wereld en
over de mensen door Hem gebroken was, en dat alle
ellenden, door de duivelse heerschappij over de
mensen en de natuur gekomen, door de innige
vereniging met Hem in het geloof en in de liefde, in
zijn Naam konden overwonnen en vernietigd
worden. Hierover sprak Hij zeer ernstig en plechtig.
Zij verstonden niet alles en waren zeer teleurgesteld, toen Jezus
terugkwam op zijn lijden. De 3 die Hem op de Tabor in
zijn glorie gezien hadden, waren sindsdien altijd zeer ernstig en
nadenkend.
Dit alles geschiedde op en na de sabbat. Enige leerlingen
herbergden in het genezingshuis (of leerhuis in de stad, dicht bij
de poort) in KafarnaĆ¼m; de andere in het huis van Petrus bij de
stad. Allen werden van de gemeenschappelijke
bestaansmiddelen, bijna gelijk in een klooster, onderhouden.
Fascikel 24
2322
|