30. Ik heb onder hen gezocht naar iemand, die een muur zou kunnen optrekken en voor mijn
aangezicht op de bres zou kunnen staan ten behoeve van het land, zodat Ik het niet zou
verwoesten, maar Ik heb hem niet gevonden.
31. Daarom heb Ik mijn gramschap over hen uitgestort; met het vuur van mijn verbolgenheid
heb Ik hen verteerd; hun wandel heb Ik op hun hoofd doen neerkomen – luidt het woord van
de Here HERE.
Uit: NBG-vertaling 1951
***
Wegens ziekte kon K. hier geen verder mededelingen doen.
Voorname genezing. – Jezus op een maaltijd. –
Parabel (Lukas, 14, 1-24).
19 april; Sabbat. –
Ik herinner me alleen nog dat Jezus met de leerlingen aan het
uiteinde van Kafarnaüm, niet ver van de woning van de hoofdman
Kornelius (dus aan de noordkant der stad) aan een maaltijd bij een
Farizeeër deelnam. De Farizeeën sloegen Hem aandachtig gade.
Maar daar verscheen nu ook een waterzuchtige, die Hem om hulp
(of genezing) bad.
Jezus vroeg aan de Farizeeën of het geoorloofd was
op een sabbat genezingen te doen, maar zij zwegen om te
zien wat Hij zou doen. Dit belette Jezus niet de hand op
de zieke te leggen en hem te genezen. Nadat de genezene
zijn weldoener bedankt had en vertrokken was, sprak Jezus,
zoals gewoonlijk bij zulke gelegenheden, dat
niemand van hen zijn os of ezel, die op een sabbat in
een put vol water gevallen is, niet er uit zou trekken.
Geërgerd wisten zij nochtans niet wat daarop te antwoorden.
De Farizese gastheer had slechts zijn verwanten en vrienden
uitgenodigd, en toen Jezus bemerkte dat de Farizeeën
om strijd de hoogste plaatsen aan de tafel innamen,
vermaande Hij: “Wanneer men op een maaltijd of
Fascikel 24
2342
|