Jezus antwoordde dat Hij hen morgen onder de
toehoorders van zijn toespraak wenste te zien, dat Hij
het volk had uitgenodigd, omdat Hij niet lang meer
bij hen zou zijn.
De H. Vrouwen waren hedenavond te Damna. Morgen komen
zij naar de herberg om voor de maaltijden van de leerlingen te
zorgen.
Eerste dag te Gabara.
1218.
Woensdag, 23 april. –
Jezus kwam heden om 10 uur in de morgen op de leerberg.
De leerlingen hadden de mensen gerangschikt en aangeduid hoe
zij achtereenvolgens groep na groep om de beurt naar voren
moesten treden om de lering aan te horen, want er waren veel
meer mensen dan de ruimte om de leerstoel kon bevatten.
De mensen waren allen onder tenten gelegerd, in afdelingen
volgens hun woonplaats: de lieden van eenzelfde gewest lagen bij
elkaar. Ieder gewest had zijn kampeerplaats opgeluisterd met een
zegeboog, waaraan zijn specifiek eigen vruchten prijkten. De
boog vormde de ingang van zijn kampeerplaats. Boven in die
boog hing een krans en bussel van de edelste vruchten, die elk
gewest eigen en zijn onderscheidend kenmerk waren. Bij de enen
waren het wijnranken, koornschoven; bij de anderen waren die
vruchten boomwol, suikerriet, welriekende kruiden, allerlei
vruchten en bessen. Elk kenteken in de poortboog was zeer
schoon met bloemen versierd en kunstzinnig geschikt. De aanblik
van dit alles maakte op de waarnemer de aangenaamste indruk.
Een menigte vogelen, duiven en kwakkels waren tussen de tenten
neergestreken om de broodkruimels op te pikken, en ze waren zo
tam dat ze uit de hand van de mensen kwamen eten. (Van de vele
Fascikel 24
2355
|