Kafarot lag rechts van zijn herberg, maar links op de weg die Hij
ingeslagen was, nadat zij een weinig op die weg gevorderd waren.
Door dit stadje (versta: over het gebied) liep de weg van
OUDE STAD. Van deze laatste blijven nog over de grondlagen van een
machtig bouwwerk in prachtige behouwen stenen; het was op één van zijn
zijden geflankeerd door twee vierkante torens.
Onder dit FORT bestaat een ruime kelder, die verlicht werd door meerdere
venstertjes die thans gestopt zijn; hij is eveneens gebouwd met regelmatig
behakte hardsteen.
De gewelven zijn gebouwd met wat kleiner stenen, die echter nog in goede
staat zijn en met dezelfde vakkundigheid samengevoegd werden.
Ik beschouw dit bouwwerk als daterend uit het Grieks-Romeinse tijdperk.”
(Gali. 490-491).
Voor de identificatie van Garisima komt de heuvel met deze ruïne zeker in
aanmerking, meent Guérin; hier heeft een belangrijke plaats gelegen; de
ruïne is die van een vesting; vanop de heuvel overziet men de gehele vlakte
Bathoef (= Asochis, Nettofa, Zabulon. Gali. I, 494; 496).
Wij mogen dus onze vereenzelviging van Garisima met deze plaats als
zeker beschouwen, en Garisima als een van de vele plaatsen die K. ons
heeft helpen ontdekken.
Fascikel 24
2366
|