background image
Kafarnaüm naar Jeruzalem en ik heb Jezus en de zijnen vroeger
dikwijls daar gezien. Hier in het gewest had ook Saül
rondgezworven, kort vóór zijn bezoek bij de toverheks van Endor
en vóór de noodlottige veldslag.
De handelingen van Jezus te Kafarot weet ik niet meer
nauwkeurig, tenzij dat Hij hier enige weldenkende Farizeeën
ontmoette, die van Jeruzalem naar huis terugkeerden en dat dezen
ondermeer Hem voor Herodes waarschuwden.
Te Jeruzalem en onderweg hadden zij vernomen, verzekerden zij,
dat de viervorst Hem gevangen wilde laten nemen en met Hem
doen gelijk met Joannes. Maar ook aan dezen
antwoordde Jezus dat Hij geen vrees had voor de vos
Herodes, noch zijn houding en handelwijze voor hem
zou veranderen; Hij zou tot het einde de opdracht
uitvoeren, die zijn Vader Hem toevertrouwd had. Ik
weet niet of dit het feit is, dat het Evangelie op het oog heeft in de
passus, waarin Jezus Herodes een vos noemt (Lk. 13, 31-32).
1226.
Hij vertoefde hier niet lang en begaf zich op weg naar Garisima,
een uur of 5 van hier. Deze stad ligt hoog en is met wijnbergen
vermengd; ze heeft de morgenzon en ook een weinig van de
middagzon, maar van de west- en de noordkant heeft zij schaduw.
(Dit is zij heeft een ver uitzicht over de gehele vlakte Zabulon
naar het oosten, ook wat uitzicht, maar minder ver naar het
zuiden. Ten westen en noorden begint het gebergte vrij dicht.)
De vooruitgezonden leerlingen kwamen Jezus reeds een
eindweegs tegemoet. Hij had zijn herberg vóór de stad; zij wasten
elkanders voeten en gebruikten het welkomsmaal.
Daarna ging Jezus naar de synagoge ten sabbat. Hij
las voor uit het boek Levitikus en uit Ezekiël en
verklaarde de lezing. Hij ontmoette hier geen tegenspraak,
Fascikel 24
2367