verversingen in bekers; zij wasten Jezus en de zijnen de voeten en
boden hun de verversingen aan.
Dan bracht men hun daar ook een hoogbejaarde man, nl. de vader
van Jonas, Jezus’ nieuwe leerling. Hij viel zijn zoon wenend om
de hals en deze leidde hem tot Jezus voor wie hij een buiging
maakte. Deze vader was volstrekt onwetend gebleven van wat er
met zijn zoon gebeurd was, want zij, met wie hij samen
vertrokken was, waren hier reeds vroeger teruggekeerd.
Ik heb heden middag de naam van de vader gehoord, maar ben
hem nu weer vergeten. Onder alle aanwezigen heerste een grote
bezorgdheid zij drongen tussen de menigte der aangekomenen
door en zochten naar hun bekenden; ik hoorde hen vragen en
roepen: “Is die of deze hier?” en zij noemden een naam.
En na hun verwanten en bekenden gevonden te hebben,
omhelsden zij hen en leidden hen met zich mee. Zulk een
bezorgdheid was hoofdzakelijk het gevolg van de gebeurtenissen
te Jeruzalem, want de tijding van het oproer en van de moordpartij
in de tempel door de soldaten van Pilatus was reeds
doorgedrongen tot hier en de berichtgevers hadden het gebeurde
nog aangedikt; daarom waren allen zo vol bezorgdheid voor de
hunnen.
Blik op Salamis en zijn haven.
1245.
Het was een uiterst aangenaam plaatsje waar Jezus verwelkomd
werd. Tegen de avond zag men in het westen (beter noordwesten)
de vele koepels en hoge gebouwen van de uitgestrekte stad,
allemaal roodgekleurd door de rood- en groot ondergaande zon.
In het oosten reikte de blik over de zee tot de hoge gebergten van
Syrië, die tegen de horizon op wolken geleken.
Fascikel 24
2403
|