background image
Aankomst in de joodse wijk.
1246.
De Jodenwijk ligt aan de noordkant van Salamis, en na (vanaf de
rustplaats) een half uur ver gegaan en bij de stad gekomen te zijn,
sloegen zij rechts af en gingen buiten de stad nog wel een half uur
ver noordwaarts.
Toen Jezus daar (in de Jodenwijk) aankwam, waren de andere
joodse paasbedevaarders daar reeds op een mooie, terrasvormige
vrije plaats verzameld. Een joodse oudste, de synagoge-overste,
stond boven op de hoogte, vanwaar hij allen kon overzien, en ik
had de indruk alsof een officier appèl hield en naging of al zijn
manschappen aanwezig waren. Hij deed navraag over alles, of
iemand onrecht of nadeel geleden had, of iemand tegen zijn
reisgezellen te klagen had. Hij won ook inlichtingen in over de
gebeurtenissen te Jeruzalem. Hierbij waren Jezus en de zijnen
nog niet tegenwoordig.
Jezus werd hier nog door vele bejaarde, aanzienlijke Joden
plechtig begroet en hield dan vanaf de hoogte (of
heuvel) een toespraak tot het volk dat op deze plaats
verzameld was. Daarna keerden allen met de hunnen naar hun
woningen terug.
Hier, vóór de twee joodse straten van de stad, stonden tussen
mooie wandelpaden verscheidene openbare gebouwen van de
Joden (zie voetnoot hiervoor).
Op zijn borst lag het evangelie volgens de H. Matteüs, dat hij eigenhandig
gekopieerd had. Keizer Zeno (473-491) liet naast dat graf op eigen kosten
een mooie kerk in byzantijnse stijl oprichten.
Fascikel 24
2411