Jezus heelt en leert.
1247.
2 mei. –
Alvorens met haar visioen van deze dag te beginnen, verhaalde de
zienster dat zij, om bij Jezus te komen, een zeer lange reis had
moeten doen, waarop zij vele werken van barmhartigheid te
verrichten had. Daarna vertelde zij het volgende.
Ik weet niet meer waar ik overal was; ik herinner me slechts nog
dat ik meermalen de wonden van gekwetsten moest verbinden.
Ook doorkruiste ik een zeer stormachtige zee. Ik had dikwijls
zoveel werk dat ik de hoop verloor er klaar mee te geraken, maar
onverwacht bevond ik mij op een andere plaats, het doel van mijn
reis; ik kwam te Salamis bij Jezus en ik zag wat Jezus heden deed,
maar ongelukkig ben ik veel daarvan weer vergeten.
‘s Morgens zag ik dat de oudste, een zeer eerbiedwaardig man,
met nog andere rabbijnen Jezus afhaalde uit zijn herberg (4) en
met Hem in het ziekenhuis (5) ging. Hier genas Jezus
verscheidene waterzuchtigen en jichtigen en ook
mensen met niet kwaadaardige melaatsheid.
Ondertussen hadden zich de mannen op de open leerplaats
verzameld. (Hoewel ‘open leerplaats’ doet denken aan de
leerheuvel, zal waarschijnlijker bedoeld zijn een open voorhof
met leerstoel tot onderricht in het ziekenhuis (5).
Jezus ging op de plaats van de leraar en sprak
indrukwekkend over het inzamelen van het manna
in de woestijn, en Hij zei dat nu, op dit eigenste
ogenblik, de tijd van het ware, hemelse manna der
goddelijke leer en der bekering gekomen was, en dat
hun een nieuw hemels brood gegeven zou worden. Ik
verstond dit van het H. Sacrament.
Na deze uiteenzetting verlieten ‘s namiddags de mannen de plaats
van de toehoorders en de vrouwen namen ze in. Ook kwamen
Fascikel 24
2415
|