christenen. Zo geschiedt het zingen van de Joden dikwijls ook
afwisselend of koorsgewijs. Ook Jezus deed de lezingen
aldus.
Een reizend rabbijn geeft getuigenis van Jezus.
1257.
Na Jezus hield nog een oude, vrome leraar een toespraak; hij was
mager en had een lange witte baard en een vriendelijk voor-
komen. Het was hem ook aan te zien, dat hij een man van ware
deugd was. Hij was niet van Salamis, maar een reizende, goede,
oude en arme leraar; hij trok op het eiland van stad tot stad,
bezocht de zieken, troostte de gevangenen, zamelde aalmoezen in
voor armen, onderwees de onwetenden en kinderen, hielp en
bemoedigde weduwen en gaf voordrachten in de synagogen.
Deze man werd hier als door de H. Geest aangegrepen en hij hield
nu voor de gehele verzameling een redevoering, zoals ik er nooit
één van een rabbijn in het openbaar gehoord heb, want zijn woord
was een getuigenis voor Jezus. Hij somde hun in volgorde alle
weldaden op, die de almachtige God aan hun vaderen en aan
henzelf had bewezen, en hij spoorde hen ook aan tot dankbaarheid
voor het feit dat God hen de komst van zulk een Profeet en Leraar
had laten beleven, een Leraar die bovendien nog zo goed was
geweest om uit het heilig Land hen in den vreemde te komen
bezoeken.
Hij prees Gods ontferming over hun stam, want zij waren uit
Issakar gesproten, en hij wekte hen op tot boetvaardigheid en
bekering. Ik herinner me dat hij zei dat God voortaan niet meer
zo streng zou zijn, zoals toen Hij de aanbidders en vervaardigers
van het gouden kalf met de dood strafte. Ik weet er de
nauwkeurige samenhang niet meer van, maar ik vermoed dat vele
van die kalfaanbidders en afgodendienaars uit de stam Issakar
geweest zijn.
Fascikel 24
2436
|